De Knecht des HEEREN

In Jesaja komt vaak de Knecht des HEEREN ter sprake, maar wie is nu die knecht? Was dit gewoon een vrome jood? was dit een personificatie van het volk Israël, de Messias of misschien iemand anders. In deze korte studie wil ik eerst kijken wie deze "knecht" is, wat is zijn identiteit. Vervolgens zal ik vanuit verschillende perspectieven licht werpen op deze zaak en probeer ik een conclusie te vormen.
Om te beginnen zijn sommigen van mening dat delen uit Jesaja 40 tot en met 53 Poëtisch zijn. Enige van die delen die verwijzen naar de Knecht worden vaak onderscheiden als de “knechtliederen of knechtgedichten”. Dit gaat om Jesaja: 42: 1-9; 49:1-6; 50:4-9; 52:13-53:12. Deze teksten vertellen iets over de knecht, wat de knecht zal doen voor de wereld en wat zijn identiteit is.

 

De knecht des HEREN in Jesaja

Zoals hierboven al gezegd zal ik eerst naar een aantal passages kijken die iets vertellen over de taak van de knecht en wat zijn identiteit.  Ik heb de volgende testdelen gekozen die ik nader onder een loep zal nemen:

  • Jesaja 40:1-5 “Opening van het tweede boekdeel”.
  • Jesaja 42:1-6 “Eerste gedicht van de dienaar”.
  • Jesaja 53:10-12 “De lijdende dienaar”.
  • Jesaja 44:24 / 46:3 “de moederschoot”
  • Jesaja 61:1-3 “De vreugdebode”

 

Jesaja 40: 1-5

Deze tekst behoort als opening van het tweede boekdeel, tegenwoordig wordt er vanuit gegaan dat het boek Jesaja uit drie boekdelen "rollen" bestaat.  Dit tekstdeel wordt in het Nieuwe Testament messiaans aangeduid waarbij in Mattheus deze teksten worden toegespeeld naar Jezus (volgens Mat. 3:3, Marc, 1:3, Luc. 1:76, 3:4-6, Joh. 1:23).
Wanneer we naar deze tekst kijken dan valt het op dat niet alle vertalingen de verwijzing naar Jeruzalem vrouwelijk doorvoeren. Er werd eerst over Israël gezegd dat zij een met schuld beladen volk is (Jes. 1:4), maar nu is de schuld van Jeruzalem verzoend. In vers drie klinkt de bekende tekst die herhaald is door Johannes de doper: “Baan voor de HEER een weg door de woestijn (Jes. 40:3)”. Deze woorden die geschreven staan in Jesaja verwijzen onder andere naar eerdere gebeurtenissen. De HEER ontmoet het volk juist in een dorre verlaten situatie, wat een metafoor is voor een dorre situatie. Wat kunnen we over deze tekst zeggen? Israël word hier weergegeven als vrouw en haar schuld zal verzoend zijn. Er blijft dan alleen nog de vraag hoe dit zal gebeuren?

 

Jesaja 42:1-6

Over het algemeen word uitgegaan dat in deze tekst eerst de Israëlieten als Knecht worden aangesproken door God (vers 1-4), vervolgens wordt de Knecht zelf aangesproken en word hem zijn opdracht gegeven (vers 5-7) en de slotverzen zijn dan weer een conclusie die gericht zijn aan het volk.
De NBV heeft het begin vertaald met: “Hier is mijn dienaar, … in hem vind ik vreugde” (Jes. 42:1). Maar eigenlijk dekt vreugde niet de lading van het Hebreeuwse woord Ratson, het kan beter vertaald worden als welbehagen.  In de vertaling “in hem vind ik vreugde” komt een heel ander aspect naar boven, de dienaar of knecht is gekomen voor een taak, iets wat moest worden voldaan. In deze vertaling valt dit meer op de achtergrond. Uiteindelijk zal de knecht hier zijn om het werk van de Vader te doen. Wanneer we verder lezen, dan zien we dat er gesproken word over een dienaar die recht brengt. Er is altijd de vraag geweest of deze dienaar een leraar is die Gods rechtsorde verkondigt of gezagsdrager is van Gods rechtsbestel. Wat betekend dat concreet? Is de dienaar iemand die het rechtsbestel van God zal doorvoeren of de dienaar iemand die er alleen over zou verkondigen. Het enige wat ik hierover kwijt wil is dat we aan de hand van de tekst kunnen stellen dat dit doorvoeren van Gods rechtsbestel in deze tekst aanwezig is. Vooral wanneer we stilstaan dat dienaar ook koninklijke trekken heeft, wat we elders in Jesaja tegenkomen (Jes. 40:14, 27 en 51:4-15).
Ik wil ook nog kort stilstaan bij de taak die de Knecht heeft meegekregen en hoe dat verhoudt met Israëlieten die hier ook knecht worden genoemd. De Knecht krijgt hier een opdracht om dingen recht te maken. Er word daarbij gebruik gemaakt van beeldende taal (het geknakte riet) en er zal een nieuw verbond komen (vers 6). Dit laatste, het verbond, laat ons zien dat de genoemde Knecht wordt gesteld tot het verbond voor het volk. In veel gevallen word dit messiaans geïnterpreteerd en denkt men dat het hier gaat over de Messias. De ideale vertegenwoordiger die rechtvaardigheid zal brengen, waar Israël en alle andere volkeren naar verlangen.

Jesaja 44:24 / 46:3

In Jesaja 44:24 is God aan het woord en stelt zichzelf op als een redder. Maar daar blijft het niet bij, God zegt zelfs dat hij je in de moederschoot heeft gevormd. In de verzen hiervoor werd er vooral over Israël gesproken om vervolgens in vers 24 dit te betrekken op één persoon. Er word hier over een individu gesproken die door God in een moederschoot is gevormd, deze persoon staat symbool voor heel Israël.
Wanneer we verder kijken naar Jesaja 46:3 dan zien we een vergelijkbare tekst. God zegt: “Luister naar mij, volk van Jacob en al wat er van Israël nog over is – van de moederschoot af door mij gedragen, door mij gekoesterd vanaf de geboorte”. We zien hier in mindere mate dat er gesproken word over één persoon, maar het element dat God al betrokken was bij deze persoon komt ook in deze tekst terug. Maar ook de verbinding met Israël en Jacob als aartsvader komt hier nogmaals terug. 

Jesaja 53:10-12

Deze passage is misschien wel het meest messiaanse geciteerde tekst. Deze tekst bevat taalkundige moeilijkheden waardoor het lastig is om precies te begrijpen wie er wordt bedoeld. Het geeft ons in de eerste instantie een voorstelling van de verhouding tussen God en Israël. Maar tegelijk wanneer we deze tekst lezen met het levenswandel van Jezus in onze gedachte, dan is het niet onlogisch dat dit op hem valt toe te passen. We zien vanuit de tekst wel dat de tekst gaat over de dienaar die zijn eigen leven offerde voor hun schuld (Jes. 53:10). Hierbij is niet God het onderwerp, maar de knecht. Hierdoor kunnen we zeggen dat de knecht door het offer van zijn eigen leven de schuld van anderen op zich zal nemen.

 

Jesaja 61:1-3

Dit deel word niet gerekend tot de vier knecht gedichten, toch vind ik het wel belangrijk om deze kort te bespreken omdat ik van mening ben dat dit wel iets zegt over de knecht, het zijn woorden van de knecht zelf. Het bijzondere van deze tekst is dat Jezus deze las tijdens zijn optreden in de synagoge (Luc.4:18-19). De Knecht is hier zelf aan het woord en zegt dat hij door de HEER is gezalfd. Door deze zalving kan deze knecht zijn bijzondere taak vervullen. In het OT komt het vaker voor dat iemand gezalfd word voor een taak. Denk maar aan het koningschap of aan priesters. 

 

Evaluatie van de teksten

Hierboven zijn verschillende passages behandeld rondom de Knecht en de identiteit van deze Knecht. Het volk Israël word geïdentificeerd met de knecht en God was al bij hen toen zij nog in de moederschoot was. Soms word de knecht aangeduid en dan word daar Israël mee bedoeld en andere keren naar een enkel individu toegespeeld. Zo hebben we gezien dat de Knecht iets zal betekenen voor het heil van het volk Israël en die van andere volkeren. Een individu “de Knecht” zal zijn leven voor het heil van anderen geven. Deze Knecht zal met recht komen, het riet recht maken en zal een licht zijn voor de natiën.

 

Perspectieven rondom de knecht

In dit deel zal ik zoals gezegd stilstaan rondom de verschillende perspectieven. Eerst zal ik het hebben over de individuele en collectieve visie, vervolgens zal ik de stap maken richting het jodendom en christendom en tot slot zal ik het evalueren.

 

Verschillende perspectieven

De knecht in Jesaja 40-66 wordt door verschillend opgevat als groep of als individu. Vaak word de groep geïdentificeerd met Israël, dit zijn meestal de gelovigen of een ideale vertegenwoordiger namens dit volk. De andere visie, die van de individu ziet de knecht als een persoon. Door de geschiedenis heen liepen de meningen hierover uiteen. Om een aantal namen te noemen: Jojachim, Mozes, de profeet zelf, etc. Maar men dacht ook aan een eschatologische figuur, vooral in tijden van een messias verwachting speelde dit een belangrijke rol. Het lastige van dit debat is, zoals ik hierboven in het vorige hoofdstuk al aangaf is dat de teksten zelf beide visies toestaat. Alleen in sommige gevallen laat de tekst maar één interpretatie sterker toe. Wanneer we denken aan de groep of collectieve visie dan kun je denken aan de knecht die sterk wordt geïdentificeerd met Israël of Jacob (Jes 41:8-9). De knecht zou dan de gelovigen zijn die bijvoorbeeld uit de verdrukking van de ballingschap opstaat. Op die manier kan Israël geïdentificeerd worden met de knecht (43:1-2). Toch valt er ook iets te zeggen voor een visie die meer is dan alleen het volk Israël. Bij het schrijven maakte Jesaja al een onderscheid tussen de gelovige rest en  het volk. In sommige gevallen individualiseert Jesaja deze knecht zelfs: hij is geboren uit een vrouw en hij onderscheidt zich van het volk (44:24; 46:3). Deze persoon is het figuur die het gehele volk symboliseert.

Joods perspectief

De meesten joden volgen de collectieve uitleg. De knecht is Israël. In sommige gevallen was dat ontstaan uit een soort reactie, een verzet richting de opvattingen van de christelijke exegese. Men is dan van mening dat gebaseerd op oude getuigenissen dat er wel een messiaanse uitleg is (individuele visie). Maar tegenwoordig worden deze opvattingen meestal onderdrukt. Hierboven is al eens gesproken over de geknakte riet uit Jesaja 42, deze worden toegespeeld richting het koningschap van Israël, die met wijsheid zal regeren. De tekst uit Jesaja 53 wordt gezien als een personificatie van het volk Israël. Het gaat over de lijdende profeet. Het lijden van het volk Israël zal vrede schenken aan de wereld. Problematische van deze visie op Jesaja 53 zit hem dat er in Jesaja wordt gesproken over een volmaakt figuur. Terwijl wanneer het gaat om het volk Israël en het lijden, of dit is gebeurd omdat ze zo heilig zijn of als straf van God.

Christelijk perspectief

Christenen volgen meestal de individuele visie. Die zien Jezus als de gelovige rest. Hij staat symbool voor het gelovige Israël, hij is de persoon die werkelijk rechtvaardig leefde en die leed. Christenen geloven dan ook dat Jezus als dit symbool voor het volk de straf voor hun zonden kon ondergaan. We hebben eerder in het vorige hoofdstuk al gezien dat in Jesaja 53 de knecht de persoon is die de zonden van anderen op zich zal nemen, vanuit christelijk perspectief wordt vaak op deze tekst een beroep gedaan. Daarnaast wordt er door anderen zoals Johannes de doper gewezen naar Jezus door te verwijzen naar de knecht in Jesaja.

 

Evaluatie

We hebben in het voorgaande kunnen zien dat er verschillende opvattingen zijn rondom de knecht in Jesaja. De joodse visie die het vooral betrekt op het volk als collectief en in sommige gevallen het betrekken op een individu als een messiaans figuur kan in conflict komen met de figuur Jezus. Ten dele kunnen de verschillende visies naast elkaar bestaan, alleen op het punt dat christenen claimen dat deze knecht Jezus is, daar komt het tot een conflict. Vanuit een christelijk perspectief gaat Jesaja 53 exclusief over Jezus. Zoals aangegeven loopt de joodse visie vooral vast wanneer het gaat om de tekst uit Jesaja 53.

Conclusie

De Knecht des HEEREN is zowel de Heere Jezus, als ook het hele volk Israël. In Jesaja 53 is deze Knecht inderdaad exclusief de Heere Jezus, Die de zonden van Zijn volk Israël droeg. (En door Gods genade mogen de heidenen ook daarin delen). Maar op de meeste andere plaatsen is het zowel het volk Israël, als de Heere Jezus. Maar ook het hele volk Israël is de Knecht des HEEREN om een Licht te zijn voor de heidenvolken! Zoals de Heere Jezus tijdens de Bergrede zei tegen zijn discipelen, allen gelovige Joden: jullie zijn het Licht der wereld. Ook het hele volk Israël is het Licht voor de heidenvolken, en zij zullen tot hun bestemming komen wanneer het hele volk in de Heere Jezus zal geloven.

 

Leestips:

Brink, G van den., Bette. J. C., Zwiep. A. W. J. C., Zwiep. A. W. 2012. Hooglied Jesaja. Veenendaal: Centrum voor Bijbelonderzoek.

Dillard, Raymond., Longman III, Tremper. 2000 (3e druk 2007). Inleiding op het Oude Testament. Heerenveen: Groen.

Fokkelman, Jan., Weren, Wim. 2003. De Bijbel Literair. Zoetermeer: Uitgeverij Meinema.

Spronk, Klaas (red.). 2007. De Bijbel vertaald. Zoetermeer: Uitgeverij Meinema.

Wieringen, Archibald van. 2009. Belichting van het Bijbelboek Jesaja. ’s-Hertogenbos: Katholieke Bijbelstichting.