Het laatste oordeel

Inleiding

In de middeleeuwen en vroege reformatie nam het laatste oordeel een centrale plaats in. Dit kun je bijvoorbeeld zien in de beeldende kunst uit die tijd. De eeuwen die hierop volgenden werd dit verschillend ontvangen. Een deel van de mensen namen het laatste oordeel heel serieus, terwijl een grote groep afscheid nam van dit gedachtegoed. Met name door de opkomende komst van het humanistisch wereldbeeld.
Vandaag de dag lopen de meningen uiteen: vrijzinnige en ongelovige mensen  kunnen niets meer met een letterlijk eschatologisch oordeel vanwege hun uitgangspunt van een ‘gesloten’ wereldbeeld waarin geen ruimte is voor het bovennatuurlijke. Voor een deel wordt het bijbelse beeld van een oordeel alleen nog gebruikt om te benadrukken dat je een goed leven moet leven. Anderen wijzen weer erop dat er voor hen een conflict ontstaat tussen een oordeel en de liefdevolle God. Bij evangelicalen zien we vaak ongemak wanneer het over dit onderwerp gaat, de genade wordt benadrukt en de veroordeling het liefst vermeden.

 

Betekenis van het laatste oordeel

Gezien hoe God zich verhoudt ten opzichte van gebeurtenissen in de geschiedenis is het laatste oordeel niet echt een verrassing. God laat Zich namelijk niet zien als een onverschillige, maar juist als iemand die volledig betrokken is. Door heel de heilgeschiedenis zoals wij die aantreffen in de Bijbel zien we dat Gods oordeel uitdrukking geeft aan het feit dat hij dingen niet zomaar laat gebeuren, maar dat Hij duidelijk een doel voor ogen heeft. Het laatste oordeel vormt eigenlijk daarom een soort climax van Gods verbondenheid met de wereld. Het is het moment dat Hij optreedt als iemand die volledig betrokken is met de wereld.  Toch heeft het laatste oordeel bij veel mensen een negatieve en soms zelfs angstaanjagende klank. Men wilt er vaak niet over nadenken over het moment dat iemand je komt oordelen. Ongelovigen zien dit moment van straf vaak als iets wat door christenen wordt gebruikt als een stok achter de deur. Voor christenen zelf is het onderwerp ook niet populair.  Het wordt niet ontkend, maar liever wordt het vermeden – we spreken erover, zo zegt Van de Beek treffend, ‘omdat het nu eenmaal in de Bijbel staat’ (2008:275).

Het is eigenlijk daarom bijzonder dat we deze terughoudendheid niet in de Schrift tegenkomen. Waar vandaag de dag dit onderwerp als controversioneel wordt beschouwd, zien we in de Bijbel dat het steeds wordt benadrukt. We zien dat hoe God zich bemoeid met het volk Israël, maar bijvoorbeeld ook in het onderwijs wat Jezus gaf. Jezus schuwde niet om het te hebben over het laatste oordeel. Maar waarom is de Bijbel zo gemotiveerd om over dit oordeel te spreken, Waarom lijkt het soms zelfs een soort verlangen naar een oordeel (Psalm 67:5, Jes. 26:8-9)? Eigenlijk kan dit oordeel pas begrepen worden wanneer het in haar ware bijbels theologische zin wordt verstaan. Berkhof wijst ons op het gevaar dat het laatste oordeel als een puur negatief gebeuren op te vatten. Omdat het eigenlijk om veel meer gaat dan dat (1967: 46). We zijn geneigd om het oordeel heel juridisch te bekijken, als een soort rechtbank waar we voor moeten verschijnen. Het probleem van deze opvatting is dat voor een rechtbank verschijnen vandaag de dag meestal een altijd een negatieve zaak is: op z’n best is er “gelukkig” geen veroordeling. Maar het oordeel wat wij in de Bijbel tegenkomen functioneert eigenlijk anders. Het is het moment waarop de juiste orde aan de dingen worden gegeven. Dit betekend eerder dat dingen recht worden gezet (Hoek 2004: 216).  Gods oordeel zal dus alles definitief  rechtzetten, dus alle dingen die krom, verkeerd, scheef zaten. Wanneer we naar de verdere geschiedenis kijken dan zien we dat er in de loop van de geschiedenis heel veel dingen fout zijn gegaan. De wereld is eigenlijk gevuld met ongerechtigheid, maar God zal vanuit zijn betrokkenheid met de wereld komen en alles weer recht en goed maken. Met deze woorden krijgt het laatste oordeel eigenlijk een soort verlossend karakter. Het is eigenlijk een antwoord op de roep van hen die hulploos, verdrukt en onschuldig zijn. Het oordeel betekend dus dat zij niet vergeten zullen worden. Het onrecht wat hen is aangedaan zal niet even worden vergeten, maar zal recht aan worden gedaan. De mensen die onrecht, kwaad hebben gedaan winnen niet, maar God zelf zal het laatste woord spreken en daarmee hen voor eeuwig de mond snoeren (Van de beek 2008: 275).

 

Jezus die gekomen is als verlosser zal komen als recht-maker die gerechtigheid zal brengen. Je kunt denken aan de woorden die in Jacobus (4:6) staan: Hij echter geeft des te meer genade. Daarom zegt de Schrift: God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar aan de nederigen geeft Hij genade.”

Zoals Jezus zijn eerste komst een omkeren betekende in de religieuze en maatschappelijke verhoudingen van die tijd, waarbij eigenlijk hoeren en tollenaars de religieuze leiders voorgingen in het koninkrijk van God (Mat. 21:31), zo zal zijn tweede komst eigenlijk nog radicaler zijn. Wat klein, zwak, arm, en gekwetst is, zal dan door hem groot worden gemaakt (Berkhof 1967: 46-51). Met dit in ons achterhoofd zegt Van de Beek eigenlijk terecht: ‘Het is goed dat er een laatste oordeel is’ (2008: 278).

De onrechtvaardige zal het oordeel vrezen en de rechtvaardige zal ernaar verlangen. Wanneer we ons bezighouden met laatste oordeel dan is uit interesse voor de gerechtigheid. Waarbij er een bijzonder aspect van de rechtzetting van het oordeel haar “waarheidsbevinding” is. (Brink & Kooi 2012:666). Paulus schrijft in 2 Korinthiërs (5: 10) dat alles openbaar zal worden van de gelovigen en Openbaring heeft het over een beoordeling op basis van wat opgeschreven staat in de boeken (20:12). Het laatste oordeel zal dan ook een grote onthulling zijn van alle gebeurtenissen en daden van mensen (Berkhouwer 1961: 201). Het zal een einde maken aan ieder onrecht en alles wat in stand is gekomen door leugens en zal bevrijdt worden door de waarheid (Joh. 8:32). Dit heeft niet alleen betrekking op mensen onderling, maar ook God. Alles wat in de geschiedenis ten aanzien van God is aangeklaagd, miskent, verdraait zal recht worden gezet.

Ook zal het een soort scheiden worden, we kennen allemaal wel de tekst uit Mattheus (25:31-46) waar een onderscheid wordt gemaakt tussen de bokken en de schapen. Bij het oordeel zal er een scheiding komen tussen twee partijen: enerzijds de mensen die onrechtvaardig zullen zijn (Mat. 7:23, 2 Pet. 2:9), anderzijds  de rechtvaardigen (Mat. 25:34-46). Maar om te scheiden zal er eerst moeten worden onderscheiden. Ouweneel noemt dit een holistisch oordeel. Dit betekend dat heel de mens in het licht wordt gesteld, zowel zijn innerlijke gedachten, gevoelens en beslissingen als ook zijn uiterlijke woorden en daden (2012: 451). Alles zal open en ontbloot zijn voor God (Hebr. 4:13). Dit zal een ontmaskering zijn van de ongerechtigheid van de goddelozen. Maar liefde en genade van God zijn aan hen die Hem toebehoren.

In de Bijbel

In het Oude Testament zien we al regelmatig dat er gesproken wordt over een komend oordeel. Er zal een moment zijn dat ‘De HEERRE gericht zal oefenen over al wat leeft’ (Jes. 66:16, Jer. 25:31). Wanneer we vervolgend verder gaan naar het Nieuwe Testament, dan zien wij dat dat deze ook daarin terug komt. Denk maar aan Jezus die vrijuit spreekt van een ‘dag des oordeels’ (Mat. 10:15, 11:22-24). Ook Paulus schrijft in zijn brieven over een dag waarop geoordeeld zal worden (Rom. 2:5, 1 Kor. 3:13, 2 Tim. 4:7-8). We kunnen al met al zeggen dat de Bijbel geen twijfel laat bestaan of er een oordeel komt en wie dit zal doen. Zo schrijft Mattheus dat de  ‘Zoon des mensen’ zal plaatsnemen op de troon. Hiermee wordt Jezus Christus bedoeld.
Engelse vertalingen noemen die troon dan ook ‘the judgement seat of Christ’ (2 Kor.5:10). Jezus wordt geporteerd als een soort rechter. Desalniettemin suggereren enkele teksten dat heiligen zullen participeren in het oordeel, bijvoorbeeld over de stammen van Israël (Mat.19:28, Luk.22:30) en over de wereld en de engelen (1 Kor.6:2-3). Maar wie wordt er dan beoordeeld en wanneer? Dit is een lastig probleem waar de meeste christenen geen antwoord op hebben. Sommige zullen beweren dat het laatste oordeel in één moment gebeurd, terwijl sommige anderen dit oordeel opknippen in meerdere momenten van oordeel.

Zo is Willem Ouweneel (2012) van mening dat er in totaal drie momenten zijn die in totaal het laatste oordeel vormen: ten eerste de beoordeling van de heiligen na hun opname in de hemel (dit staat in 2Kor.5:10); ten tweede het oordeel over de volken bij de terugkomst van Christus op aarde en de scheiding tussen schapen en bokken voorafgaand aan het duizendjarig rijk (Mat.25:31-46); ten derde het oordeel over de goddelozen aan het einde van het duizendjarig rijk met zoals uit deze indeling al een beetje blijkt neemt de interpretatie van Jezus’ beschrijving van het oordeel van de Zoon des Mensen in Mattheus 25:31-46 een belangrijke plaats in.

 

We kunnen simpelweg zeggen dat er  twee verschillende manieren zijn om het laatste oordeel te beschrijven. Ten eerste heb je de traditionele uitleg die in Openbaring 20:11-15  dezelfde oordeel zien als de eerder genoemde tekst uit Mattheus. Het ‘al de volken’ zou betekenen dat alle mensen die ooit hebben geleefd zullen worden geoordeeld. De andere uitleg ziet in de passage een afzonderlijk oordeel dat aan het duizendjarig rijk vooraf plaatsvindt.

Wanneer we over hetgeen wat hierboven staat nadenken is het laatste oordeel, even los van de vraag of deze in meerdere zittingen moet worden opgesplitst, voor alle mensen die ooit geleefd hebben? In het bijzonder: komen gelovigen in het laatste oordeel? Aan de ene kant lijkt eigenlijk iets wat vaststaat. Paulus schrijft nadrukkelijk dat wij allemaal voor de rechterstoel moeten verschijnen (Rom. 14:10). Aan de andere kant lijkt dit ook heel tegenstrijdig omdat Paulus ook zegt dat er geen veroordeling zal zijn voor hen die in christus zijn (Rom. 8:1). Tegelijk zegt Jezus ook dat de gelovige niet in het oordeel  komt (Joh. 5:24)? Dit is eigenlijk een lastige zaak, die eigenlijk alleen op te lossen is door het laatste oordeel voor alle mensen te handhaven. Waarbij God als een rechtvaardige rechter zal optreden voor zowel de gelovigen als ongelovige.

Toch zullen we bij een aantal dingen moeten stilstaan. Het Nieuwe Testament identificeert de gelovige met Christus (gebaseerd op Rom. 6:3-5 en Ef. 2:5-7). Het zou niet consistent zijn wanneer we de verbondenheid van gelovigen met Christus bij het laatste oordeel zouden miskennen door te stellen dat zij bij het oordeel los staan van het heil in Jezus. Het is belangrijk dat gelovigen bekleed zijn met de gerechtigheid van Christus.
Betekend dit dat we deze genade uit kunnen spelen tegenover onze menselijke verantwoordelijkheid? Nee, God neemt onze daden serieus. Dus ook al geloofd iemand in Jezus, dit betekend niet dat hij geen rekenschap hoeft te geven over de slechte dingen die hij heeft gedaan (Rom. 14: 12, Heb. 4:13). Anderzijds zal er ook een moment zijn dat er ruimte is om het goede te benadrukken, de bijbel spreekt dan ook van een loon (Mat. 25:19-23).

Een belangrijke notie die ik zal willen maken is dat God bij het oordeel volledig onpartijdig zal zijn (Rom. 2:2-11, Opb. 16:5). Waarom? Omdat bij het oordeel het er zuiver en rechtvaardig aan toe zal gaan. Het vonnis zal daarom terecht zijn.

 

 

Wat kunnen hiermee?

Hierboven hebben we zowel theologisch als inhoudelijk gekeken wat het laatste oordeel vanuit christelijk en Bijbels perspectief is. In dit hoofdstuk zal ik aandacht besteden hoe je dit “vaak moeilijke” onderwerp bespreekbaar kunt maken.
Als eerste zullen we moeten stilstaan hoe je dit het beste kunt doen.
1. Verdedigen; Het is belangrijk om te weten wie je publiek is waarop je reageert. Maar ook dat je jouw standpunt goed overdenkt en daar vragen aan stelt.
2. Aanprijzen; Er wordt geprobeerd om waardering en relevantie aan de Bijbelse boodschap aan te brengen. Het is niet alleen belangrijk om met argumenten te komen, maar vaak hebben de diepere waarde meer betekenis voor mensen.
3. Vertalen; Het is belangrijk dat je die moeilijke woorden vanuit het christelijk geloof toegankelijk maakt voor hen die deze taal niet begrijpen.

Vanuit deze drie bovengenoemde taken zullen wij aangeven hoe je dit onderwerp ter sprake kunt brengen. Als eerste het publiek. Hierboven werd al kort genoemd dat het laatste oordeel vaak genoemd wordt als een soort stok achter de deur. Dat dit oordeel wordt gebruikt om te dreigen met een soort eeuwige verdoemenis. In veel gesprekken zal dit dan ook worden benadrukt. Vanuit ongelovig perspectief wordt het oordeel gezien als een soort reden om christen te worden. Namelijk om het oordeel te ontlopen. Dit is natuurlijk niet geheel onbegrijpelijk. Maar doet dit recht aan de christelijke boodschap en is christen zijn/worden een toegangskaartje naar de hemel? Ik denk dat wij hier duidelijk een nee op kunnen antwoorden. Mijn persoonlijke mening is dat we het oordeel dat alleen toegepast wordt op ongelovigen moeten loslaten. In mijn inhoudelijke betoog heb ik hier ook aandacht gegeven, en laten zien waarom dit niet houdbaar is. Ook christenen zullen geoordeeld worden. Hiermee is dan ook gelijk al antwoordt gegeven op de andere vraag. Christen worden is geen garantie om het heil te ontvangen.
We komen nu bij het tweede punt, het aanprijzen. Wat is de relevantie van het laatste oordeel? Het laatste oordeel gaat niet alleen over een oordeel, dus niet alleen het gerecht. Maar ook het rechtzetten. Er gaan in de wereld heel veel dingen mis en fout. Denk maar aan al die mensen die door oorlogen familie zijn kwijtgeraakt door bijvoorbeeld de ISIS. Deze mensen zullen natuurlijk willen dat de ISIS om hun daden worden gestraft. Maar deze straf zal niet alles oplossen, zij zitten immers nog met het verdriet en verlies van hun familieleden. De boodschap van het laatste oordeel, namelijk dat alles weer recht zal worden getrokken is troostend. Er zal een moment zijn dat alles goed zal worden gemaakt. Dit geeft perspectief, namelijk dat er hoop is. Er is hoop op iets beters.
Dit sluit aan op het laatste punt, het vertalen. Bij het laatste oordeel komen vaak gedachten op van een rechtbank, en in zekere zin is dat ook zo. Want er zal geoordeeld worden. Maar tegelijk is dit niet het enige beeld wat aansluit bij het laatste oordeel. We zouden ook aan het beeld van een dokter kunnen denken. Op dit moment gaat er zoveel mis hier op aarde, we zouden kunnen zeggen dat de aarde ziek is. Maar dat deze zal worden genezen door een wonderbaarlijke grote dokter. Alle ziektekiemen en breuken zullen hersteld en genezen worden.

Conclusie

Het laatste oordeel, is voor veel mensen een soort steen des aanstoots. Niet alleen voor ongelovige mensen, maar ook voor veel christenen. Het is een onderwerp wat heel moeilijk is, met name het oordelend karakter. Mensen zijn tegenwoordig heel erg geneigd om te zeggen dat we niet over anderen moeten oordelen, maar dat God dit zal doen. Maar nadenken over het oordeel dat van God komt dat is ook al iets wat veel mensen als confronterend ervaren en eigenlijk vermijden. Hierboven hebben we kunnen zien dat het oordeel veel meer is dan een soort rechtszaak, maar dat het ook te vergelijken is met een soort genezing. Het is het moment dat alles weer goed zal worden gemaakt, verdriet zal worden omgekeerd in vreugde. 

 

Leestips

Beek, A. van de. 2008. God doet recht: Eschatologie als christologie. Spreken

over God. Zoetermeer: Meinema.

Berkhof, H. 1967. Gegronde verwachting: Schets van een christelijke toekomstleer.

Nijkerk: Callenbach.,

 

Brink, G. van der en C. van der Kooi. 2012. Christelijke Dogmatiek: Een inleiding.

Zoetermeer: Boekencentrum.

Hoek, J. 2004. Hoop op God: Eschatologische verwachting. Zoetermeer:

Boekencentrum.

Ouweneel, W.J. 2012. De toekomst van God: Ontwerp van een eschatologie. Heerenveen: Medema.