In de woestijn

Wanneer we numeri goed gaan lezen dan valt het op dat het een sleutelrol heeft. Maar om dit goed te begrijpen moeten we de boeken Genesis tot en met Deuteronomium als één geheel lezen. In Genesis lezen we over het begin, hoe alles is ontstaan en hoe wij mensen door God uit stof zijn gemaakt. Uiteindelijk wanneer we aankomen in Leviticus komt het verlossende hart van de Thora in beeld. De ultieme verzoening wordt beschreven in het hart - precies in het midden - van de eerste vijf boeken van de Bijbel. Het gaat om een heel belangrijke en grote dag: de grote verzoendag. Op deze dag probeert men in het reine met God te komen en dit is eigenlijk een regelrechte verwijzing naar Jezus Christus.

Bij deze dag tot verlossing daar in de woestijn hoort de belofte om te mogen wonen in een land dat overvloeit met melk en honing: Kanaän. Er is dus perspectief. Maar om daar te komen moesten zij eerst nog door een hete en dorre woestijn. Dit duurde bijna 40 jaar lang, wat beschreven staat in het boek Numeri. Het is een boek met een rijke betekenis, die zeker van waarde is voor iedereen. Iedereen gaat weleens door een tijd waarin het dor en droog lijkt. Maar vaak worden deze woestijnperioden onderschat. De woestijnperiode staat symbool voor ons eigen leven wanneer alles even niet op rolletjes loopt en wij teruggeworpen worden op onze oorsprong, op onze afhankelijkheid. Het is dan even tijd voor geestelijk leven. Dit kunnen we zelf doen door bijvoorbeeld stille tijd te nemen. Jezus wijst ons hier op in bijvoorbeeld Mattheus 6. Even stil worden voor God. God laten spreken in ons binnenste. En waar kan dat beter dan in de stilte, daar in die woestijn. Daar waar we even niet worden afgeleid worden door wat dan ook. Gericht zijn op God die onze Vader is, en de Heilige Geest die in ons binnenste tot ons spreekt.

Kasper <><